Website by Intertext Boekproducties

middenzuil
testbannergp
balkboven
welkom1
Bio1
Biblio1
Contact1
Gasten1
Guy Prieels

Fragment uit Berghen van Gout

 

Derdegraadsverbrand

 

Laila bewoog zich met de natuurlijke gratie van een poes. Ondoorgrondelijk, majestatisch onverschillig, maar met alle zinnen op scherp. Zij liep met ingetrokken klauwen, nauwelijks de grond rakend. Een eenzame jager die bij het vallen van de schemer op zoek gaat naar levende prooi.

Terwijl zij aan het rommelen was met de koffiezet, de kopjes en het bestek, begon Tom zich vragen te stellen over de plaats waar hij was beland. In het hol van een wapenhandelaar nog wel. Iemand die zijn brood smeerde met het bloed en de tranen van mensen die op gewelddadige manier hun eigen leven of dat van een ander hadden genomen. Dat was aan alles te merken. Trofeeën alom sierden de woning van deze jager op mensen en beesten. Mimir had zijn kogels niet gespaard.

Op een muurplaat tegen de wand prijkte de kop van een everzwijn met vervaarlijke slagtanden en glimmende oogjes. Het zag er best een vrolijke snuiter uit. Daarnaast de kop van een edelhert met een gigantisch gewei, dat door de bewoners wat oneerbiedig als kapstok werd gebruikt. Er tussenin een aantal afgebleekte dierenschedels van kleiner wild. Aan de andere kant van de kamer stond een opgezette vos op de uitkijk, rechtop en met zijn voorpoten steunend tegen de stam van een jonge berk. Op een tak zat een kleurrijke Vlaamse gaai heel alert het hele zaakje in de gaten te houden. Een trotse goudfazant stond wat te mokken in de hoek. Hij was waarschijnlijk van zijn console gehaald om plaats te maken voor de kleurloze kartonnen doos die Tom daar nu gauw zo weghalen. De grote ronde luchter boven de salontafel was samengesteld uit gevlochten gewei. Het onderstel en de poten van de tafel waren met hoorn ingelegd. De houten ruggen van bank en zetels waren versierd met gesculpteerde jachttaferelen, de armleuningen rijk en kunstig afgewerkt met gewei. Met hun scherpe uitsteeksels waren die takken hoogst gevaarlijk tuig voor de haastige en drieste minnaar. De meubels, zonder twijfel afkomstig uit een jachtslot, getuigden van een gaaf en groot vak­manschap. Op het buffet stond een beeldengroep in brons met een gevallen hert, omringd door honden, wachtend op de doodsteek van de jager. Aan de muren, die de kleur hadden van geronnen bloed, hingen allerlei vuurwapens en een samouraizwaard naast schilderijen van, hoe kon het anders, ruiters op vos­sen­jacht. Op de vloer lag het vel van een zwarte beer met ontblote tanden die wat suf uit zijn glazen ogen lag te kijken. Een vreselijk lot was hen te beurt gevallen en de marteling bleef maar doorgaan. Het moest niet meevallen hier elke dag, vastgespijkerd aan de muur, tot vel herleid en als kleed gebruikt of opgevuld met stro, die lekkere hap van een Laila aan je neus te zien voorbij gaan.

Tom keek naar de doos met het kostbare vrachtje, zoals Laila het noemde. De doos met daarin de schat die op hem wachtte. Wat kon er zo kostbaar zijn aan de inhoud van een banale kartonnen verpakking die bovendien nog aan het laboratorium van de Gentse universiteit moest worden afgeleverd? Daar wilde Tom niet teveel over piekeren. Wat er ook in verborgen zat, Tom maalde er niet meer om. Hij had Laila gevonden, dat alleen was belangrijk.

Terwijl de koffiezet pruttelde en zij, mooi en begeerlijk, over en weer liep om tassen, glazen en drank uit de kast te nemen en op de tafel te schikken, zat Tom op die bank als een vogel op een lijmstok en keek naar haar. Laila Mantini was een van die vrouwen waarvan zelfs de grond onder haar voeten het te heet kreeg. Reeds bij de eerste oogopslag had Tom een onweerstaanbare drang voelen opkomen, die alsmaar sterker werd en even krachtig tekeer ging als water bij vloed. De lust om haar te bezitten overviel hem met dezelfde dwingende kracht als honger en dorst. En het bleef maar aanzwellen, dat godalmachtig verlangen om van Laila te smullen tot hij er in zou stikken. Zo sterk was zijn begeerte dat ieder zielloos voorwerp in de kamer er door werd aangestoken. Zijn gretigheid sloeg over als koorts, alles werd besmet. Dat hele dierenbos kwam tot leven. Al die beesten schenen eveneens niets anders te willen dan een wip te maken met Laila. Toen zij over hem heen liep, onderging die gevilde beer plots een gedaanteverwisseling. Dat monster kroop weer in zijn vacht, schudde het stof uit zijn pels en gromde van genot. Ook de hoorndrager aan de muur, die stoere bok met zijn reusachtig gewei van zestien takken, keek scheel van verliefdheid. Het everzwijn viel in met een wellustig geknor. De geilheid droop van de muren. Dat opgezette vosje verging het niet anders. De rooie rekel hield die boomstam tussen zijn voorpoten geklemd en stond er zo flink tegenop te rijden dat de bast in schaafkrullen naar beneden viel. Zelfs die afgekookte schedels kregen weer vorm en kleur en jammerden dat zij niet mochten worden vergeten en mee aan het feest wilden.

De Laatste Dag leek wel aangebroken. Wat Tom hier meemaakte was niets minder dan de heropstanding van het Vlees! De Vlaamse gaai krijste dat horen en zien verging. De fazant liet zijn lokroep horen. De jagers, voorafgegaan door hun honden, kwamen in volle galop uit het raam van de schilderijen gestormd onder luid geschal van kopers. Door alle jachthoorns tegelijk werd één lange noot geblazen en daarna verschillende korte. Het leek wel de bazuin van het einde der tijden. Zij lieten hun Hallali weergalmen en dreven Tom in het nauw. Er restte hem niets anders dan te wachten op de coup de grâce door het mes van de jachtmeester. Hem zou hetzelfde lot te beurt vallen als het hert na een drijfjacht. Indien het ritueel vereiste dat hij werd geslacht, zijn lichaamsdelen onder de jagers verdeeld en zijn ingewanden aan de honden gevoerd, had hij daar vrede mee en wilde hij best eindigen als trofee, zolang zijn hart en edele delen maar aan Laila werden geofferd. Tom was kant en klaar om zijn lot te laten bezegelen. Hij zat als het ware te wachten op het begin en het einde van alles. Maak mij maar dood! Bijt me middendoor! Verslind me!

Berghenweb

346 pagina's l ISBN 978 90 78902 23 2 l 18,90 €

terug
Welkom Reacties